In het Engels spreekt men over collaborative printing. Letterlijk vertaalt klinkt dat misschien een beetje raar in onze taal, vandaar de alternatieve titel. Het gaat over de samenwerking (en vriendschap) tussen een kunstenaar en een drukker. De eerste wil zich creatief uitdrukken in een grafische techniek zonder die perfect te beheersen. De tweede kan in dat geval soelaas bieden. 

De combinatie kunstenaar-drukker zie je in de wereld van de grafiek wel vaker omdat het drukproces meestal veel ambachtelijke kennis vraagt en kunstenaars niet al die verschillende technieken tot in detail kennen. Ze beschikken meestal ook niet over een drukpers en de bijhorende materialen. De ervaren drukker kan de kunstenaar laten experimenteren en helpen nieuwe limieten in zijn werk op te zoeken.

Daarom kwam beeldend kunstenares Riet Verhelst bij mij langs om een litho te maken. Op voorhand bespraken we de verschillende technische aspecten en de mogelijkheden: type steen, formaat, tekenmateriaal, inkten en papiersoorten. Riet koos uiteindelijk voor een kleine makkelijk hanteerbare steen die ik bij haar thuis leverde, zodat ze er in alle rust aan kon werken. Ze tekende met krijt en watervaste stift een krachtig beeld op de steen.

Na de verschillende preparaties, kwamen we samen in het atelier om te drukken. We kozen het gepaste papier (Van Gelder Simili Japon 225g) en de juiste diepzwarte drukinkt. Na enkele proefdrukken kwamen we tot een zogenaamde ‘bon à tirer’. Die prent gebruikten we dan als maatstaf om de andere te drukken, zodat de gehele oplage dezelfde kwaliteit kreeg. Ik drukte de prent in een oplage van 8. Riet gaf het de titel ‘Doe niet zo stoer ik kan ook wel wat’. Dat vatte de situatie perfect samen.

rudy de lithograef

Doe niet zo stoer ik kan ook wel wat, lithografie, Riet Verhelst, 2021, oplage 8, drukwerk Rudy De Graef, Antwerpen